Begin 1965 brak Theo Stokkink op 23 jarige leeftijd zijn studie Nederlandse taal- en letterkunde af om bij de KRO jeugd/jongeren-programma's te gaan maken. ‘Everybody Happy’, ‘Carionca’, ‘Sjook’, ‘Coda’ en ‘Sticker’ waren de titels van zijn eerste eigen radio-programma's. Op tv was hij als presentator te zien in het programma Waauw.
Opleidingen voor het radiovak bestonden er niet. Begin jaren zestig werd wel Minjon (AVRO’s jeugdomroep) opgericht. Het was een 'hobbyclub' voor jongeren die het leuk vonden om radioprogramma's te maken. Minjon stond voor Miniatuur Jeugdomroep Nederland en was jarenlang een soort van opleiding zonder die pretentie te hebben. De bedachte programma's werden dan in Hilversum opgenomen en vervolgens uitgezonden in het AVRO radioprogramma 'Op de Jonge Golf'.
Op de eerste rij zitten de 'schoolmeesters' van de AVRO: Gerrit den Braber, Herman Broekhuizen, Chris van Hoorn en op de bank achter hem, Kees de Wolf.
Minjonners Henk van Hoorn en Theo Stokkink in de trein naar Hilversum...
De eerste eigen jongeren-programma's die hij in 1965 op de radio bij de KRO ging maken waren Carionca, Sjook en Everybody Happy.
Op de tv ( in de vooravond op Nederland 2, toen nog een experimentele zender waar je een extra antenne voor op je tv-toestel moest zetten). presenteerde hij Waauw, de gedanste hitparade.
1967
Hij zorgde ervoor dat de KRO betrokken werd bij de eerste afleveringen van Pinkpop. Het festival stond nog in de kinderschoenen.
Tweede helft jaren zestig werd de derde Hilversumse radio zender geïnstalleerd. Die was nodig toen de TROS in het bestel kwam en er te weinig zendtijd was voor zoveel omroepen. Aanvankelijk werden er programma's waarvoor geen plaats meer was naar de nieuwe zender overgeheveld. Pas in de jaren zeventig kwam stap-voor-stap de beoogde jongerenzender overeind en verdwenen 'Het Leger Des Heils Kwartier' en Johnny Hoes uit de programmering en werd er een studio met een heuse dj-tafel geïnstalleerd. Maar met zoveel omroepen werd het werd het zeker geen ideale popzender. Iedere omroep één dag per week...
1973
In tien jaar Theo Stokkink Show
waren vele groten van de popmuziek te gast.
Elton John. Mick Jagger
In diezelfde periode maakte hij op de 'huis'-zender samen met Maarten van Rooijen en Cees van Ede het wekelijkse filmprogramma Filmklapper en met Jacques Klöters. de cabaretprogramma-serie Dr. Grol (en de internationale lol)
Op televisie stelde hij Sessie samen, een zesdelige serie met Nederlandse bands, The O Show, een quiz over popmuziek en in samenwerking met Tony Palmer de achttien-delige documentaire-serie All You Need over ontstaan en ontwikkeling van populaire muziek.
Voortdurend bleken de grenzen van Theo een stukje verder te liggen dan die van de KRO. Vaak werd hij dan ook op het matje geroepen.
Verbazingwekkend is vast te stellen dat een onderwerp als homoseksualiteit in zijn programma destijds heel wat conflicten voor hem veroorzaakte; het woord alleen al was taboe. Nog geen halve eeuw later was het een speerpunt voor de KRO.
Er is inderdaad heel wat veranderd in de katholieke gemeenschap. De schandalen zullen daar zeker aan hebben bijgedragen.
In 1977 maakte hij samen met Herman Brood, die vaak nachtenlang bij hem onder de dj tafel lag te slapen, het boek Herman Brood. (zie publicaties)
Verder waren er in de jaren zeventig nog de radioprogramma's Walhalla (op woensdagavond over popcultuur) en op zondagavond het internationaal beluisterde Walhalla Symfonie, een akoestische luistertrip.
Pas jaren later zijn alle afleveringen van Walhalla Symfonie dankzij een stille 'fanclub' nog te beluisteren op internet. Alle afleveringen waren destijds door de radioluisteraars opgenomen, bewaard en verzameld. (wiki.beeldengeluid.nl)
In die periode maakte hij samen met Evert de Vries De cabaretkroniek ‘Peper en Zout" op radio 2.
Naast de programma's over muziek was hij in de jaren zeventig vooral ook literaire programma's gaan maken. Tenslotte was hij, hoewel hij de studie niet had afgerond, Neerlandicus. Het begon in de jaren zeventig met de serie Binnenkijken waarin debuterende Nederlandse schrijvers zichzelf presenteerden. Voorts maakte hij deel uit van de redactie van het literatuurprogramma Spektakel en maakte hij Howl een serie over opvallende Amerikaanse schrijvers in de jaren zeventig en tachtig.
Het aanvankelijk door de KRO leiding verboden programma Pissing on the Pluche werd dat jaar gekozen als Nederlandse inzending voor de prestigieuze Prix d'Italia en ontving dat jaar eveneens de zilveren reismicrofoon.
Voor de zogeheten aanvullende programma's, waaronder de culturele, de nationale- en de sportuitzendingen die de NOS destijds uitzond, werden er in die tijd programma-makers door de omroepen aan de gezamenlijkheid 'uitgeleend'.
In 1980 vroeg de NOS-televisie Theo Stokkink als eindredacteur en presentator van een wekelijks kunstprogramma. Aanvankelijk het programma Op Zicht (op zondag namiddag 1981-1982) en later het programma Omnibus. Op dinsdagavond Nederland 2, tegenover het 8 uur journaal op Nederland 1 (1982-1984). Er bestonden in die tijd nog maar twee publieke netten. Televisie was in die jaren vooral een massamedium terwijl de kijkdichtheid van cultuur-programma’s nauwelijks meetbaar was.
Het verzoek was een voor een groot publiek toegankelijk wekelijks kunstprogramma te ontwerpen.
Omnibus haalde een opvallend hogere kijkdicht dan gebruikelijk was voor een programma over kunst. De NOS televisie ontving er dat seizoen zelfs de Nipkow-schijf voor. Iets wat door elitaire 'kunst-pausjes' allerminst op prijs werd gesteld.
De Jaren Tachtig.
Terug bij de KRO pakte hij de draad weer op.
Op Radio 1 dinsdagochtend het programma Schone Kunsten.
donderdag: Onder Tafel', een gesprek met een 'prominente' gast.
***
Op Radio 2: het literaire programma Spektakel.
***
Op Radio 4 een wekelijkse column Over Kunst en Cultuur.
en voor de NOS het dagelijkse Holland Festival Journaal .
***
Op radio 5 de boekenrubriek Ezelsoor (1987)
***
Op tv trad hij op als eindredacteur van het programma: ‘Applaus‘.
***
Begin jaren negentig was Theo Stokkink anchorman van de KRO actualiteitenshow Dingen die gebeuren op Radio 1. Hij voelde er zich niet op zijn gemak en vond het ook absoluut niet 'zijn ding'.
Het leek erop of hij van alle markten thuis was (literatuur, film, muziek, cabaret enzovoorts) In de meeste gevallen werkte hij nauw samen met inhoudelijke experts. Hij realiseerde zich dat voor het soort programma's dat hij maakte in de toekomst geen plaats meer zou zijn op de radio. De televisie had die taak overgenomen, inclusief het aanwezige budget.
Zolang het nog kon maakte hij radio-documentaires. Met een vijfdelige serie over het radio bestel ‘En dan nu de radio’ sloot hij in feite ook zijn eigen omroepcarrière af.
Het was 1992 en de toekomst van de radio zag er volgens hem somber uit. Hij vond het tijd om op te stappen. De vijf uitzendingen werden in boekvorm uitgegeven door uitgeverij Uniepers. Maar... de hele oplage werd door de omroep opgekocht zodat het beoogde publieke debat uitbleef.
Documentaires maakte hij al bij de KRO in de serie Damocles, daar ging hij na zijn plotselinge vertrek bij de KRO mee verder voor de NPS, de Humanistische omroep, en de RVU.
Als gauw besefte hij niet voor niets uit Hilversum te zijn vertrokken. Het was dus echt de bedoeling om een heel andere weg in te slaan: het werd ontwikkelingswerk. In Zuid Oost Azië lag voor hem het gedroomde emplooi. Vanaf 1995 begeleidde hij er journalistieke programmamakers. De trainingen werden gegeven in opdracht van AIBD, Asia Pacific Institute for Broadcasting Development in Kuala Lumpur.
Workshops voor documentaire- en feature-makers, voor radio- en televisiepresentatoren uit de elf Zuid-Oost Aziatische landen.
Zijn eerste opdracht betrof de hele Indonesische staatsradio, RRI.
Daarvoor schreef en publiceerde hij studiemateriaal in Indonesië en later ook in Maleisië. (zie: publicaties)
In 2002 vroeg het Radio Nederland Trainings Center (RNTC) in Hilversum hem de Indonesisch afdeling van de Wereldomroep te instrueren teneinde de programmamakers van de radiostations van Radio Republiek Indonesia in alle uithoeken Vande archipel bij te scholen.
Zelf trainde hij cursisten uit Senegal, Maleisië, Mauritius, Nepal, de Filippijnen, Indonesië, Ghana, Oeganda, Nigeria, Zambia, de Fiji-eilanden en Brunei om journalistieke blokprogramma's te maken.
In opdracht van de World Confederation of Labour instrueerde hij in 2004 vakbondsleiders uit Zuid Afrika, Ghana, Indonesië, Thailand, Bangla Desh, India, Sri Lanka, Thailand, Pakistan en Maleisië, hoe persconferenties te organiseren.
In 2006 rondde hij al deze activiteiten af om meer van het leven te gaan genieten.
In 2022 (Theo was inmiddels dertig jaar weg bij de omroep), bestonden Reiss-microfoon en Nipkow schijf zeventig jarig. Dat werd gevierd. Alle winnaars uit de zeventig jaren werden uitgenodigd bij Beeld en Geluid in Hilversum, dus op z'n minst 140 man totaal.. Niet allemaal waren ze er, sommige waren al overleden.De oudste winnaars Koos Postema en Kees van Langeraad staan in het midden. Theo Stokkink viel in beide categorieën. Hij staat vijfde van rechts.
In 2000 verscheen : ‘Aanvechtingen’, zijn eerste roman.
Over een Haagse ambtenaar die na een koel en afstandelijk huwelijk op zoek gaat naar de jongen met wie hij jaren geleden een kortstondige maar heftige affaire heeft gehad en die de grote liefde in zijn leven blijkt te zijn.
Daarna volgden de roman ‘Proeftijd’, de verhalenbundel ‘Ken ik u ergens van?’ (zie: Publicaties) en de historische roman 'Zwijgplicht' (zie recensies)
Zijn nevenactiviteiten blijven hier onbesproken, het waren er in de loop van de jaren vele.
In 2021 werd hij tachtig en raakte hij verzeild in de categorie 'bejaard...'
Wat bleef was de hoop om nog even mee te mogen gaan.
(# biograaf)
De wieg van Theo Stokkink stond in Venlo in oorlogsjaar1941.
Als tienjarige kwam hij in Rotterdam te wonen, toen nog een stad in puin...
Vervolgens studeren in Amsterdam...
...en werken in Hilversum.
Na dertig jaar Gooise matras, eindelijk trouwen!
met Ju Widjojo.
De opgedane ervaring en kennis heeft hij gedurende vijftien jaar kunnen gebruiken bij trainingen in ontwikkelingslanden.
O ja, haring met korenwijn!
In 2013 werd hem een koninklijke onderscheiding, opgespeld door burgemeester Eberhard Van der Laan van Amsterdam.
Citaat:
'Een duurzaam bekende Nederlander ben ik niet geworden. Dat is een stuk rustiger. Dat zou misschien wel gebeurd zijn als ik dertig jaar lang steeds maar één en hetzelfde programma had gemaakt.
Daarvoor was ik veel te wispelturig. Steeds was ik op zoek naar een nieuwe uitdaging.'
Zijn leven lang
was hij al openlijk gay, al was dat niet overal en altijd even gemakkelijk.
Niet verwonderlijk
dat hij gay romans is gaan schrijven.
2022